Tagarchief: alcohol

♪ Wij leven op alcool ♪

alcohol

Eind januari nam ik een simpel besluit: ik zou een maandje zonder alcohol leven. Aanleiding was een alledaags gesprek waarin drank verheerlijkt werd. Nu heb ik graag (en veel) gezopen in mijn leven, maar ik heb ook gezien wat drank doet met een mens. Los van foute uitspraken en daaropvolgende beslissingen richt alcohol ook in ons land meer onheil aan dan we voor mogelijk houden. Sociaal aanvaarde harddrugs. “Maar ’t moet maar zo lekker niet zijn”, weet u wel.

Ik dronk dus een maand niet. Ik begon, ver weg van alle hypes, ruim voor de vastenperiode. Na de traditionele nieuwjaarsrecepties en voor mijn verjaardagsmaand leek me ideaal. Toch moest ik mijn hoofd laten zien op drie recepties. Soms golden enkel fruitsap en plat water als alternatieven voor bier, wijn en (jaahaa) gin tonics. Er was wel een keertje alcoholvrij bier, dat ik evenwel graag aan mij voorbij liet gaan. De man die dat dronk, meldde me dat hij al jaren vastte in februari. “Dat is de kortste maand.”

Geen alcohol drinken is niet moeilijk. Beetje lastig misschien, omdat je niet kan volgen: het tempo waarop je pinten verzet, is onmogelijk vol te houden op frisdrank. Ik slaagde er op een blauwe maandag wel bijna in de niet-alcoholische kaart leeg te drinken. Van cola naar Fanta, van Canada Dry naar tonic, van Sprite naar Gini. Helaas, mijn gestel protesteerde tegen het vele prik. Geheelonthouders: hoe doen jullie dat toch?

Een te veel aan boerkes laten is evenwel niet vergelijkbaar met wat te veel alcohol soms met de maag aanricht. Ik moest ook niet op mijn eten letten als ik op stap ging. ’s Avonds was ik bovendien zelden moe. Ik sliep goed, was ’s ochtends klaarwakker, viel drie kilo af. Ik miste drank zelden, en mijn smaakpapillen herleefden. Vers geperst fruitsap: is er iéts beter?

Los van de goednieuwsshow voelde ik me als een vegetariër bij de slager: er liggen wel groenteburgers in de toonbank, maar iedereen weet dat de winkel niet daarop draait. Het werd helemaal gênant als mijn gevolg de weg naar het dronkenschap insloeg. Graag ga ik mee in de zoveelste zatte discussie, waartijdens we een oplossing vinden voor wereldvrede en dat op een bierkaartje neerpennen, in hanenpoten die niemand de volgende ochtend nog kan lezen. Laat staan dat dat bierkaartje nog teruggevonden wordt. Ja, door ons mama misschien, als de was uit de trommel komt: “Er zat precies nog een papier in uw achterzak.”

Niet dat ik een groot licht ben, maar als ge nuchter zijt, denkt een mens vrij helder na. “Dat kan niet, want (argument 1) en (argument 2) en (argument 3).” Cafédebat dus voorbij, tenzij er nog eentje aandringt: “Ik vind toch dat…” . Maar eigenlijk is de kous af. Een beetje vergelijkbaar met het lange zoeken naar die ene film of voetballer. De smartass van de groep weet diens naam ook niet meer, maar zoekt hem snel op. Niets meer om over te peinzen. Bummer.

Een maand heb ik het volgehouden. Mijn voornaamste argument: in februari zijn de dagen kort, ga ik niet op vakantie en is het ook nog te koud voor terraskes. De afgelopen weken discussieerden we gelukkig weer over Tinder, hoe slecht het Belgisch voetbal wel is en het overmatige gebruik van “ik heb zoiets van”. (Ofwel hebt ge iets, ofwel hebt ge niets!)

Er zijn ook geen festivals in februari. Hoe ge het ook draait of keert: met een paar glazen op klinkt de muziek nog beter. Dit weekend gaan ze op Pukkelpop softdruggebruikers bestraffen. Maar geen nood: ge kunt u ondertussen wel helemaal lazarus zuipen. En dan heb ik zoiets van…

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder festival